Ik word wakker en het eerste woord dat in mij opkomt is… heldervoelend. “Ssst!” zeg ik, “even niet tegen mij praten, ik moet iets opzoeken.” Er wordt gehoor aan gegeven en ik pak mijn mobiel.
In het eerste Corona-jaar krijgt het virus mij te pakken. Gelukkig is het mild voor me. Een flinke griep, kan ik zeggen. Maar na een week of twee voel ik me niet herboren, zoals mijn eerste ervaring met griep. Ik ben moe. Een half jaar lang blijf ik moe. Zo moe: opstaan, eten, wassen, aankleden en de batterij is leeg. Het leven remt me af, de wil is er wel, maar het lijf doet niet mee. Met hangen en wurgen worstel ik me door mijn dagelijkse verplichtingen heen. Ik probeer mijn conditie wat op te bouwen, 5.000 stappen per dag. Dat moet nu toch onderhand wel lukken? Maar nee, ik wordt telkens afgestraft met een terugval. Long-COVID? Frustrerend dit, tot ik erin berust en alles loslaat.
Ik breek m’n studie Cultuurwetenschappen af. Misschien is dat toch niet helemaal de weg om te gaan voor mij. Is het niet the place to be. Het draagt wel bij aan mijn algemene ontwikkeling en het ondersteunt ook de kunsttrajecten die ik geef. Maar eerlijk gezegd doe ik het meer om beter geaccepteerd te worden in de kunstwereld. Daar word ik zonder academische titel niet overal toegelaten. En ik dacht het gat ermee te kunnen dichten. Bullshit doel dus. Och, misschien is mijn kunst ook niet van dien geniale aard. Het is dat ik er zo ontzettend veel voldoening uithaal. Het reflecteren op mijn zijn, mijn manier van vrouw-zijn heeft mij al zoveel dichter bij mezelf gebracht. Daar kan geen kunstopleiding tegenop.
Laat ik mijn atelier nog maar even aanhouden. Ik creëer mijn eigen plek wel, in het leven en de kunst. En dat is waar het over gaat, nu. Ik moet mijn leven opnieuw inrichten, en het mooie is, ik mag het helemaal zelf bepalen. Ik focus me op de dingen die mij energie geven. Ik maak mijn atelier gezellig, ruim wat op en maak het schoon. Ik koop een paar planten om voor te zorgen, vind een leuk fauteuiltje op Marktplaats (kan ik lekker een boek lezen als ik daar zin in heb), ik verzamel wat sfeervolle accessoires en omring me met mijn eigen kunst. Als ik een plek voor mezelf wens, mag ik het ook echt bewonen, niet waar? En het doet me goed, het wordt warempel weer licht.
Ik zie het niet alleen weer een beetje zitten, alles wordt een stukje lichter. Ik ben liever voor mezelf, verzorg mijn lichaam beter, eet gezonder. Het lukt me om een beetje te bewegen, in de natuur, ik heb mijn yogamat afgestoft en zit ineens te mediteren. Ik krijg ook weer zin om eropuit te trekken. “Moet jij niet aan het werk dan?” Nou… nee, nu even niet! Ben net zo lekker bezig. En er glijden meer van dat soort overtuigingen van me af. Ik parkeer mijn ego op de achterbank en ont-moet mijn creatieve zelf. Mijn headquarters verhuist naar de benedenverdieping en ik begin nu ook mijn lichaam te bewonen. Mijn intuïtieve hart weet precies welke kant ik op moet. En dat is richting wakker worden, bewust worden, ontwaken. Niet oordelen, maar mezelf verwonderen, patronen blootleggen, kennis vergaren zonder wetenschappelijke studie te volgen. Innerlijke wijsheid.
En ik wordt wakker en ik denk… heldervoelend, op het moment dat het licht aangaat. Corona heeft mij wakker geschud en uit bed gerammeld. En ik… ik kan niets anders zijn dan dankbaar.