SCHEMEREN

Wanneer ik mijn atelier nader en de sleutel richting het slot beweeg, is het net alsof ik een tijdcapsule binnenstap. Het huisje zelf stamt uit grootmoeders tijd, maar met de inrichting heb ik ook zoveel mogelijk geprobeerd aan te sluiten op die vervlogen jaren. Het geeft mij een gevoel van huiselijkheid, van huiselijke geborgenheid. De oude, ambachtelijk vervaardigde meubels, die met liefdevolle aandacht door mij zijn opgeknapt, ze omringen mij, dragen mij, en mijn werk. Ik voel mij hier omarmd, verwarmd en verwelkomd. Hier mag ik graag zijn, stil zijn, stil staan.

Mijn liefde voor antiek sijpelt langzaam maar zeker door in een hang naar vroegere tradities. Steeds meer verlang ik naar een natuurlijker ritme, naar een zachter meedeinen met de seizoenen, het wassen en afnemen van de maan, cyclisch. Van buiten naar binnen, van licht naar donker, en weer terug. Ik wil vertragen in een tijdperk van haast, ik wil stilstaan bij de urgentie in de wereld, ik wil minder in plaats van meer, meer, meer.

Ik wil niet doorrennen, doordraaien, doordrukken, maar ruimte creëren. Ruimte voor een lichter leven, ruimte om het even niet te weten, ruimte om te reflecteren en transformeren. Ik wil ruimte, voordat ik blind en afgestompt implodeer en de kracht verlies om verder te gaan. Ik wil even niets doen, even alléén zijn, even alleen zíj́n. Is het nog mogelijk? Om terug te keren op mijn schreden? Om stil te worden, om in het hier en nu te komen, in stil verzet te komen, tegen de druk, de drukte, de veelte?

Geef me rust, en ruimte, een tussenruimte, tussen licht en donker, binnen en buiten, om mezelf van hier naar daar te brengen, om mijn zelf nieuw leven in te blazen, mijzelf te verbazen. De herfst kan zo’n ruimte zijn, en de schemering, zij ook. Daarin kan ik kijken, naar binnen kijken, anders kijken, zien, wat zich daar aandient. Dan kan ik bewust wórden en me bewúst worden, van wat daar buiten mij nodig is om bij te dragen aan het grotere geheel der dingen.

Om van betekenis te zijn, zal ik moeten rusten en herstellen. In de schemer. Zal ik dankbaar moeten zijn voor wat is en hoopvol voor wat nog komen gaat. Zal ik vertrouwen moeten hebben en moed moeten verzamelen, om weer te komen opdagen als de dag aanbreekt, als het tijd is om van binnen weer naar buiten te keren. Uit de schemer. Dan, als het tijd is om van het donker weer in het licht te stappen, zal ik er zijn, zal ik daar zijn waar ik moet zijn.

-x-
Nicolette

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.